Bestaande koopwoningen waren afgelopen januari 9,3% duurder dan een jaar eerder. De gemiddelde prijs van een woning is daarmee opgelopen tot € 357.500. Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Kadaster. Het gaat om de grootste prijsstijging in meer dan twee jaar. Naar verwachting zet deze trend door. Daar zijn twee hoofdredenen voor. Ten eerste herstelt de economie sneller dan gedacht. Ten tweede blijft het aanbod van woningen erg krap; de vraag naar woningen is veel groter. Bovendien is de hypotheekrente laag en zijn de financieringsvoorwaarden versoepeld.
Beleggers
Ook beleggers spelen een rol in de prijsontwikkeling. In het laatste kwartaal van 2020 hebben zij opvallend veel huizen gekocht als investering. Deze beleggers gaan niet zelf in het huis wonen maar verhuren het. Sinds 1 januari moeten beleggers 8% overdrachtsbelasting betalen in plaats van 2%. Experts verschillen van mening of dit in de toekomst effect gaat hebben op hun koopgedrag. Een deel denkt dat de rol van beleggers op de woningmarkt groot blijft.
Hypotheekrente
Hoewel de rente op de kapitaalmarkt in de afgelopen periode is gestegen, durven de meeste aanbieders van hypotheken hun rentes (nog) niet te verhogen. Dat komt omdat zij onderling stevig concurreren en geen marktaandeel willen verliezen. Daarnaast verandert de Europese Centrale Bank voorlopig niets aan het rentebeleid.
Meer informatie
Heb je een vraag over dit bericht of over een nieuwe of lopende hypotheek? Neem dan gerust contact met ons op.